28-04-2007
Nadat Auke bij Marietta, Vincent en Rafael had overnacht vertrokken we op zaterdagochtend om kwart voor zeven. We gingen nog even langs onze opa en oma (uitwuiven + verrassingspakket). Daar gingen we om zeven uur weg.
Toen we op de snelweg zaten ten zuiden van Nijmegen, zagen we een afslag waar Mill op aangegeven werd J (voor de niet-fossielpuntnetters: Mill is een vindplaats waar je o.a. veel haaientanden kunt vinden).
Bij Venlo namen we een verkeerde afslag, of beter gezegd, we misten de goede. We moesten een tijdje rondrijden om weer op de goede plek op de snelweg terecht te komen en dan de afslag te nemen.
Van Arnhem tot Bundenbach zijn we twee keer gestopt voor een kleine pauze. De eerste keer net over de grens met Duitsland en de tweede keer in Emmelshausen.
Wat ons opviel in Duitsland waren de vele koolzaadvelden. Overal waar je keek, was het geel. Ook bij de huizen waar we langsreden (meestal dorpjes op het platteland), vielen ons dingen op. Vaak waren het vakwerkhuizen (heel erg mooi). Wat veel bij gebouwen voorkwam, was de zogenaamde ‘schiefer’, een soort leisteen, voornamelijk als dakbedekking gebruikt.
Vandaag zijn we langs de Nürburgring gereden, een racecircuit voor formule1 wagens.
Behalve dat het landschap mooi was (langs de moezel, bergen en dalen, eerste echte bergwegen voor Marietta met de auto, leuke dorpjes enz.), waren de bruggen over bijv. de Moezel erg mooi, met van die bogen.
Marietta liet een ziekenwagen voorbij. Dat kwam net heel stom uit, doordat we net op een rotonde reden, en de ambulance wilde natuurlijk precies dezelfde kant op als wij.
Vlak bij Bundenbach zagen wij opeens een bordje: ‘Tollwut gefährdetes gebiet’, oftewel, pas op voor hondsdolheid! Vlak na dit bordje kwamen we tussen half één en kwart voor één in Bundenbach aan.
We reden eerst naar de Herrenberg-grube. Je kon daar kaartjes kopen voor het museum, de Keltennederzetting en een rondleiding in de groeve. We namen een combikaart.
Eerst gingen we naar de Keltennederzetting. Het leek heel erg op het dorp van Asterix en Obelix (rara hoe kan dat?). De nederzetting was gebouwd op leisteen. De Kelten hadden vroeger zelf al een soort kelder uitgehakt in het leisteen, waarin het heel koel was. Nu werden daar dingen tentoongesteld. Er woonden echt een paar mensen, die vertelden over hoe het leven daar was. Wat ons opviel, waren de grote hoeveelheden sluipwespen. Zij schenen nestjes te maken in het riet van de daken van het huis. Het wemelde onder de daken dus van de sluipwespen.
Omdat het nog geen tijd was voor de rondleiding, gingen we eerst nog naar het museumpje. Er waren hele mooie fossielen en pyriet, maar het museum zelf was een beetje rommelig opgezet.
Toen was het tijd voor de rondleiding. We kregen te horen dat het in de groeve ongeveer 8 °C zou zijn, en aangezien het een hele warme dag was, hadden we niet veel warme kleren bij ons (de auto stond ongeveer 1,5 km verderop). We kregen toen een jas en een helm, zodat je je hoofd niet zou stoten. Toen we binnen waren vertelde de rondleider en zagen we dat het leisteen bijna verticaal stond. Dat was vroeger niet zo geweest, maar door grote druk (net als bij gebergtevorming) was het bijna 90 graden gedraaid.
De rondleider vertelde ons dat de mijnwerkers vroeger maar een lampje hadden met een lichtbereik van 35 cm doorsnee. Om dat te laten zien pakte hij een telefoon die daar hing en draaide twee keer aan het onderste eind: zwoesj, zwoesj. Alle lichten gingen toen uit. Hij scheen toen met zijn zaklamp zo op het plafond dat het lichtbereik van de lamp nog maar ± 35 cm doorsnee was. Hierna zwoesjde hij één keer en toen gingen alle lichten weer aan.
Hij liet ons ook nog een stalactiet zien van vier centimeter. Met een geweldig rekensommetje liet hij zien dat als een stalactiet in honderd jaar één cm groeit, deze 400 jaar oud moest zijn.
Toen we weer buiten kwamen, was het opeens hééél erg heet…
Je kon zelf ook fossielen zoeken. Voor tien euro kreeg je daar een wagentje met platen, waarin je met gereedschap, dat je nog moest huren, naar fossielen kon zoeken. Omdat de rondleider zei dat je wel erg veel geluk moest hebben als je iets wilde vinden, hebben we dat maar niet gedaan, en zijn we bij onze auto in de buurt gaan zoeken. We hebben een paar dingen gevonden, waarvan we ons afvroegen of het iets was, maar dat zal wel op fossiel.net blijken.
Rond kwart voor vijf gingen Auke en Vincent nog naar het winkeltje, waar ze een zeelelie en koraal (?) kochten.
Toen zijn we weggereden uit Bundenbach naar de camping
Om tien over half zes kwamen we op de camping aan. Omdat de grond vnl. uit leisteen bestond, hadden we bijna een uur nodig om allebei de tenten op te zetten.
’s Avonds, toen we in de tent lagen, hebben we ons nog suf gelachen om ‘Aukes TV-show’, waarin Rafael te gast was.
zaterdag 5 mei 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten