woensdag 31 januari 2007
Afdaling in de Marianentrog
- 198 meter: Het wordt donker, plankton licht op. De benzine wordt samengeperst naar de bovenkant van de tank door de grote druk van het zeewater, want olie is lichter dan water. De zee wordt buiten donkerblauw.
- 547 meter: Het donkere water buiten koelt de wanden, de kou is binnen voelbaar.
- 3.962 meter: Een groep plankton lijkt op te stijgen vlak langs de ramen van de bathyscaaf, maar dit komt door dat wij dalen. De zee is aardedonker.
- 7.315 meter: De twee onderzoekers passeren de grootste diepte die ooit door de mens is bereikt. Hun daalsnelheid word vertraagt tot 30 cm per seconde. Ook wordt het echolood ingeschakeld.
(Met echolood kun je verticaal de afstand berekenen naar de bodem.)
- 9.906 meter: Ze horen een droog krakend geluid, en ze voelen een schok die de bol doet trillen. Het is een moment vol spanning. Alles blijkt echter normaal te zijn. De afdaling wordt voortgezet.
- 10.820 meter: Door middel van het echolood nemen de mannen de afstand tot de bodem waar die nog maar 92 meter van hun verwijdert is.
- 10.912 meter: De Triëste raakt de ivoorkleurige bodem van de Marianentrog. Dit was de laatste uithoek van onze aarde die nog veroverd kon worden. De manen meten de watertemperatuur: 3 C°. Verder beschrijven ze in de 20 minuten dat ze op de bodem stonden een op een tong lijkende vis, en nemen ze proeven met stromingen en radioactiviteit. Ook wordt er gecommuniceerd met de oppervlakte via een speciale onderwater telefoon die zonder kabel of radiogolven werkt. Tijdens het doorzoeken van de bathyscaaf vinden ze de oorzaak van de schok die het schip deed schommelen: het glas van de ingangssluis is gebarsten toen het door kou samentrok. Ze beginnen met de opstijging die drie uur en tachtig minuten zal duren nadat ze het ballast op de bodem van de trog achterlaten. De reis eindigde met de mooiste ontdekking van die dag: zonneschijn en frisse lucht. Afbeelding: Wikimedia Commons
dinsdag 30 januari 2007
Extra informatie: Blauwe vinvis
Extra informatie: zeepaardjes
Een vis waarbij de meeste mensen een positief beeld hebben: het zeepaardje (hippocampus). 'Campus' betekend 'gebogen', en 'hippo' betekend 'paard'. Het hoofd van een zeepaardje lijkt op het hoofd van een paard en heeft een lange snuit. Zijn lichaam is tamelijk plat, en hij heeft een opgerolde staart. Over zijn lijfje lopen rijen met knobbels en stekels, en geen schubben waardoor hij niet op andere vissen lijkt. Het zeepaardje zwemt op een bijzondere manier. Andere vissen zwemmen als 'vliegtuigen', schuin-omhoog, schuin-omlaag. Het zeepaardje kan door zijn rugvin, en door twee vinnen aan de zijkanten van zijn buik recht omhoog, en recht omlaag als een 'helikopter' zwemmen. Hij zwemt rechtop, maar ook al beweegt hij zijn rugvin nog zo snel, zwemmen gaat traag. Net als de Kameleon kan het zeepaardje met beide ogen naar andere richtingen kijken, zodat hij zich niet hoeft om te draaien. Nog een overeenkomst met de kameleon is dat het zeepaardje de kleur van de omgeving kan aannemen, als schutkleur. Ook kan hij patronen en tekeningen overnemen. Er zijn zo'n 35 soorten zeepaardjes. De kleinste zijn 1 cm, en de grote kunnen de 30 cm halen. Ze komen in allerlei kleuren voor. Zeepaardjes haken hun staart vaak om wieren, watergrassen en koralen, en wiegen dan zachtjes mee met het water. Zeepaardjes hebben geen tanden en geen maag zodat ze dus geen voedsel kunnen vermalen. Om toch voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen moet een zeepaardje voortdurend eten. Ze eten kleine kreeftjes en visjes. Zelf worden ze gegeten door zeekrabben, maar hebben verder weinig natuurlijke vijanden. Dit komt waarschijnlijk omdat ze verschrikkelijk slecht te verteren zijn. Door warme stromingen zijn er al enkele zeepaardjes op de Nederlandse stranden aangespoeld, vermoedelijk worden dit er in de toekomst meer door het opwarmen van de aarde. Afbeelding: zanclus
Extra informatie: piranha's
Vissen leven permanent onder water en halen adem door hun kieuwen. Er zijn momenteel zo'n 27.000 soorten ontdekt. Vissen kunnen herbivoor (planteneter) of carnivoor (vleeseter) zijn. Bij deze tweede soort denk je al snel aan piranha's. Bloeddorstige, moordlustige, levensgevaarlijke vissen die je als je aan het zwemmen bent helemaal verscheuren. Nee, dat is onzin. Het volgende verhaal laat je kennis maken met de 'echte' piranha's. Piranha's zijn zoetwatervissen die in de rivieren van Zuid-Amerika zwemmen. Hun naam is waarschijnlijk gevormd door twee woorden uit de hybride taal Tupi-Guaraní. 'Pira' betekent 'vis', en 'ranha' of 'sanha' betekend 'tand'. Maar ook al hebben deze vissen grote tanden, dat is nog geen reden voor paniek. De mensen uit de dorpen langs de rivieren zwemmen gewoon in hetzelfde water als de piranha's. Er is voor zover bekend nog nooit en mens opgegeten door deze vis, en er zijn zelfs geen toevallige ongelukken gebeurd. Gewoonlijk eten piranha's vis en fruit dat van de bomen langs de rivier in het water valt. Piranha's zijn hele rustige vissen. In de Maroni-rivier in Frans-Guyana zwemmen grote piranha's die wel 5 kilogram wegen, deze soort is gek genoeg vegetariër, en dus herbivoor. Er zijn in totaal ongeveer 50 piranha soorten. Van deze 50 soorten zijn er maar een paar gevaarlijk. Maar alleen in het droge seizoen als het water hinderlijk laag staat, het voedsel schaars is, en het water dan ook nog eens troebel is wordt een piranha snel agressief. Alles wat de piranha's in deze periode tegenkomen schrokken ze naar binnen, ook al zijn het soortgenoten. De rode piranha is hierom het bekendst. De piranha wordt tot de 25 cm lang, maar er zijn uitzonderingen gemeten van ruim 40 centimeter! Afbeelding: guardian
Van oud naar nieuw. . .
[Uitspraak:Berredrekg, Betekenis: drop of berenpoep in het Zwitsers.]
De Bäredräck is een natuurblad. Elke maand behandelden we een land en schreven over de dieren en planten die in dat land voorkomen. We schreven bijvoorbeeld over leeuwen, lederschildpadden, stokstaartjes, oranje rotshanen, reuzengordeldieren, enzovoort...
MAAR... Het eerste jaar is al om! Jaargang 2 ligt al weer voor de deur! Hetzelfde wordt de Bäredräck niet, elke maand is best veel! Daarom komt het blad 4x per jaar uit, het wordt dus een kwartaalblad. Ook al worden de bladen 2x zo dik, u krijgt toch 4 oude Bäredräcks minder. Daarom gaat ook de prijs omlaag, voor een jaarabonement betaalt u nu maar €9!
Maar er verandert meer, we behandelen geen landen meer. We behandelen gebieden. Oceanen, woestijnen, poolkappen en oerwouden komen in de nieuwe jaargang langs. Na flora en fauna komen klimaat en gesteenten aan bod, maar nieuwe rubrieken zijn extremen, en invloed van de mens. Bäredräck blijft interessant, en vol met dierenweetjes! En natuurlijk staan de nieuwe nummers vol met lemmingen van Vincent en tekeningen van Rafael!